's-Hertogenbosch 7 juni 1748 - aldaar 9 september 1809Wijnkoper. Huwde 1e Culemborg 1767 Maria Barbara van Leempoel (aldaar 13 januari 1750 - 's-Hertogenbosch 28 september 1791) (dochter van Johan Frederik en Maria Louise Montfort), huwde 2e Berlicum 1793 Theresia Josepha van Meeuwen ('s-Hertogenbosch 30 juli 1762 - aldaar 17 juli 1834) (dochter van Johannes Petrus en Joanna Maria Potters). | 339 |
Gedoopt in de St. Jan, St. Cathrien en St. Pieter 7 juni 1748, vader Joannis, koopman in wijnen, getrouwd voor schepenen 25 juni 1747, moeder Jacoba Ermers (S 47 en 566); trouwt te Culemborg 31 augustus 1767 met Maria Barbara van de Leempoel, gedoopt te Culemborg 13 januari 1750 en overleden te 's-Hertogenbosch 1 october 1791, en in 2e echt te Berlicum 27 mei 1793 met Theresia van Meeuwen, gedoopt in de St. Jan 30 juli 1762, dochter van Joannes en Joanna Maria Potters (Juten, Kwartierst. I no 61 en Voorname huizen I blz. 184 en 199); 12 kinderen uit 1e echt gedoopt in St. Jan en St. Jacobus tussen 1768 en 1791, waarvan mei 1793 nog vier in leven, en vijf uit 2e | 513 |
echt tussen 1794 en 1802 (S 48 en 135 en Ned. Patr. 1936 blz. 316-318); dochter Jacoba Catharina trouwt 21 mei 1792 voor schepenen van Vught met Franciscus Augustinus van Lanschot, 1 januari 1797 representant van het volk van Braband voor het district Oss (S 's-Hertogenbosch 567); was in 1791 eigenaar van het buitengoed „De Wambergh” te Berlicum en Rosmalen, van 2 huizingen in de Nieuwstraat met achtergelegen huis „De Gans” en van twee huizen op hoek Snelstraat en Apostelstraat met achtergelegen huis in Apostelstraat (R 's-Hertogenbosch 2923 blz. 230 d.d. 7 mei 1793); 22 februari 1796 door de commissie uit beide Kamers van het Verteg. Lichaam des Bat. volks tot onderzoek der geloofsbrieven verklaard tot wettig gekozen 1e plaatsvervangend voor 1e Nat. Verg. voor het district Oss (A.R.A. Wetg. Colleges 447); in mei 1797 door het district Oss gekozen tot representant van Bataafs Braband (Res. Repr. Bat. Brab. 8 mei 1797 no 11); was in 1801 met zijn broer Thomas Cornelius en Bernardus Jacob Halfwassenaer van Onsenoort e.a. fabricqueur van wit glas (A.R.A. Rekenkamer vóór 1813 165 d.d. 28 mei 1801 no 188 en Binl.Z. 405); was in 1808 wijnkoper (A.R.A. Fin. 808); 10 september 1810 overleden aan een borstkwaal, nalatende twee kinderen uit de eerste en vier uit de tweede echt, begraven 12 september 1810 (S 585 en 570). | 514 |
1935 |
RedactieThomas Cornelis van RijckevorselNederland's Patriciaat (1935-36) 316-318 |
Nederland's Adelsboek (1940) 373; (1950) 415
Nederland's Patriciaat (1910) 289
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 71-72, 139, 148
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) Bijlage 99, 101, 116, 119, 123, 128
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 323, 331, 333, 339, 361
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, 's-Hertogenbosch in de Bataafse en Franse tijd (1955) 111, 137
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Bankieren in Brabant in de loop der eeuwen LXXIII (1987) 241
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Bestaan in bedrijvigheid XXXII (1975) 106n, 110n
F.G.G. Govers, Het geslacht en de firma F. van Lanschot 1737-1901 XXV (1989) 31, 32, 208
W.J.F. Juten, Kwartierstaten van Nederlandsche Katholieken (1910) II. 92
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest (1953) 513-514
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) I. 184, 199